Jaarrekening 2017

menu

4.10 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening maakten we op volgens de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, nemen we de activa en passiva op tegen nominale waarden.

De baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar nemen we mee indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als baten opgenomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld.

Personeelslasten rekenen we in principe toe aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Formeel is het niet toegestaan voorzieningen of schulden op te nemen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Als gevolg hiervan rekenen we sommige personele lasten (bijvoorbeeld verlofaanspraken) toe aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.