Grondslagen balans - overige
Financiële vaste activa
Verstrekte geldleningen nemen we op tegen nominale waarde.
Participaties in het aandelenkapitaal van naamloze- en besloten vennootschappen (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het Besluit Begroting en Verantwoording) waarderen we tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Dit is het bedrag waarvoor de aandelen zijn gekocht. Wanneer de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Een dergelijke afwaardering is tot op heden niet noodzakelijk gebleken.
Van een “deelneming” is sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een naamloze- of besloten vennootschap.
Voorraden
Voorraden grondexploitaties: Onderhanden werk
De onderhanden werken (bouwgrondexploitaties) waarderen we tegen vervaardigingskosten, inclusief financieringskosten en kosten algemeen beheer en verminderd met opbrengsten uit gerealiseerde verkopen en andere opbrengsten en bijdragen.
Naar rato van de voortgang van een project verantwoorden we tussentijds winst. De voortgang berekenen we naar de mate waarin we kosten en opbrengsten realiseren per individuele grondexploitatie. Hiermee rekenen we de totale winst over de individuele grondexploitatie toe aan de reeds verkochte kavels. Dit wordt de Percentage of completion methode genoemd.
Voor verwachte negatieve resultaten op de projecten vormen we een voorziening.
Gereed product
De voorraden bij het zwembad en bij burgerzaken waarderen we tegen verkrijgingsprijs volgens artikel 63 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Vorderingen waarderen we tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid brengen we een voorziening in mindering. De voorziening bepalen we op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende posten.
De kas-, bank- en girosaldi nemen we op tegen de nominale waarde.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming zoals dat volgt uit de programmarekening. De reserves in de balans splitsen we op in de volgende onderdelen:
- de algemene reserve
- de bestemmingsreserves, te verdelen in:
- dekkingsreserves;
- bestemmingsreserves met betrekking tot grondexploitatie;
- overige bestemmingsreserves.
- rekeningsaldo
- Rekeningsaldo (reeds geautoriseerde resultaatbestemmingen)
- Rekeningsaldo
Conform artikel 43 lid 2 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaan de bestemmingsreserves uit reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De algemene reserve bestaat uit de onderdelen van het eigen vermogen waaraan de gemeenteraad geen bepaalde bestemming heeft gegeven.
Voorzieningen
Voorzieningen waarderen we op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies.
De pensioenverplichting voor de wethouders waarderen we op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen.
De onderhoudsvoorzieningen baseren we op een meerjarenraming van het uit te voeren onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen. We houden rekening met de kwaliteitseisen die geformuleerd zijn. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” lichten we het beleid toe.
Langlopende schulden
Langlopende schulden waarderen we tegen de nominale waarde verminderd met de aflossingen.
Vlottende passiva
De vlottende passiva waarderen we tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn nemen we buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten op. In de toelichting op de balans nemen we de specificatie op.